zondag 18 december 2016

Niks om aan te trekken


Aan het begin van de herfst (of de lente) krijg ik vaak de drang mijn huis uit te mesten. Met name mijn kleren. Gelukkig vond ik een organisatie die kleren, schoenen, mutsen, handschoenen en ceinturen goed kan gebruiken  voor het Goede Doel: Kika en Kinderpostzegels.

Na een week of twee was de doos zo vol dat ik hem nauwelijks kon tillen.

Ik had nog een grote doos in huis en deze begon snel vol te raken.Tijdens mijn zoektocht naar kleren voor het Goede Doel ontdekte ik ook “nieuwe” kleren, zoals dat ene blouseje dat ik kwijt was, of dat groene jasje dat toch eigenlijk we heel leuk is (maar mij eigenlijk niet meer stond). Ook vond ik een mooie spijkerbroek van een bekend Italiaans merk. Deze lag zeker al twee jaar in de kast, verstopt in een hoek. Hij paste nog goed (gelukkig!) maar de pijpen waren ouderwets wijd. Echt niet meer van deze tijd. Maar wegdoen om die reden kon ik niet. Gelukkig kende ik een uitstekende kleermaker. Het vermaken kostte € 35. Geen geld dus en zo had ik voor een gering bedrag een goed zittende spijkerbroek erbij. 

Na een week of twee was de doos vol, zo vol dat ik hem nauwelijks kon tillen. Was mijn kledingkast nu leeg? Welnee. Ik heb nog best veel kleren, kleren die ik nooit weg doe en kleren waar ik over twijfel. En ik weet  nu al dat die uiteindelijk ook in een doos verdwijnen voor het Goede Doel.   

Maar ondanks dat ik veel kleren heb weg kunnen doen en mijn kledingkast nog lang niet leeg is, heb ik niks om aan te trekken met de komende feestdagen. Toch maar weer wat kopen?   


zondag 18 september 2016

Sportzomer


De zomer is bijna voorbij en daarmee de “sportzomer”: EK Atletiek, Tour de France, Wimbledon en natuurlijk de Olympische Spelen en de Paralympics in Rio.

Ik heb niet veel met sport maar soms ontkom ik niet aan enkele nieuwsfeiten. Logisch, de Spelen domineerden radio en TV. Zo weet ik dat “onze” Dafne bij de EK Atletiek goud heeft gewonnen, maar met de Olympische Spelen een “teleurstellende” zilveren medaille op de 200 mtr. Hoezo teleurstellend? Ik vind dat een geweldige prestatie. Maar ja, zilver betekent dat je niet gewonnen hebt en als je als topsporter voor goud gaat dan is zilver een teleurstelling. Blijkbaar.


 Het eten werd niet uitgereikt in een gaarkeuken, maar opgediend aan een lange, mooi gedekte tafel.

Ook ontkwam ik niet aan al die deskundigen die precies weten hoe iemand zich voelt als hij / zij heeft verloren. Ik vind dat knap. Ik kan mij hoogstens voorstellen hoe het voelt, maar ik weet het niet.

Ondanks alle aandacht in de media waar het sport betreft was er één persoon die naar mijn mening te weinig aandacht kreeg: Massimo Bottura. Geen hardloper, zwemmer, speerwerper, tennisspeler of wielrenner, maar een chef-kok in Modena, waar hij een driesterrenrestaurant runt. Als het aan mij had gelegen had hij een gouden medaille gekregen

Waarom voor hem goud? Hij zorgde ervoor, dat de daklozen en armen uit Rio een heerlijke maaltijd kregen, eten dat anders was weggegooid. Het waren de kliekjes van de olympische kantine. Hij warmde deze niet op, maar bereidde er, samen met andere chef-koks uit de wereld heerlijke maaltijden van. Het eten werd niet uitgereikt in een gaarkeuken, maar opgediend aan een lange, mooi gedekte tafel. Wat deze Massimo Bottura heeft gedaan mag wat mij betreft als voorbeeld dienen voor menig restaurant waar de porties zo groot zijn dat van te voren duidelijk is dat een deel in de prullenbak verdwijnt. Gewoon weg!

vrijdag 20 mei 2016

's Lands wijs, 's lands eer.


’s Lands wijs, ’s lands eer.

Net als een landschap kenmerkend is voor een bepaald land, zo vind ik ook dat het eten kenmerkend is voor een land en de mensen die er wonen.  

In Duitsland wonen veelal grote en zwaarlijvige mensen. Niet verbazingwekkend als je ziet hoe groot de porties eten zijn, zoals worsten van een meter lang. Ook wat drank betreft zijn de Duitsers voorstanders van een grote hoeveelheid. Waar in Nederland de standaardmaat voor een glas wijn 1,25 dl. is, is dat in Duitsland 2 dl. Twee glazen is dus ruim een halve fles! Oppassen geblazen! Ook koffie wordt in grote hoeveelheid geserveerd. Zo kreeg ik een keer mijn cappuccino geserveerd in een mini bierpul. Lekker was anders.

  In Frankrijk zijn de mensen verfijnd, elegant en smaakvol gekleed.  Dat komt ook terug in hun eten.
 
In Zwitserland is de standaardmaat voor een glas wijn 1 dl. en kost, omgerekend, het zelfde als in Nederland.  Met de handdoeken zijn ze ook niet altijd scheutig: één handdoek, voor “alles” (en dan was die ook nog versleten!). Zuinig dus. Verder vind ik de kwaliteit van het eten minder geworden. Werd vroeger de Zwitserse keuken erg geroemd, nu vind ik het niet bijzonder. Dat geldt overigens niet voor de Zwitserse chocola. Die blijft heerlijk!

In Italie zijn de wijnglazen in de duurdere restaurants en op een terras “normaal” , dus ook zo’n 1,25 dl., maar in kleine (familie)restaurants krijg je een karaf van 2,5 dl. als je om een glas vraagt. Wat eten betreft krijg je wat je bestelt: pasta met saus is pasta met een bescheiden hoeveelheid saus in plaats van saus met pasta (zoals wij gewend zijn). Een espresso wordt geserveerd op een dienblaadje, in een klein kopje, dat voor de helft is gevuld en goed sterk is. Net zoals de Italianen er altijd fantastisch en verzorgd uitzien, zo is ook een goede presentatie in een café of restaurant heel belangrijk. Dat geldt ook voor obers, die er meestal gelikt uitzien in een zwart of wit jasje met soms een strikdas.
 
In Frankrijk zijn de mensen verfijnd, elegant en smaakvol gekleed. Dat komt ook terug in hun eten. Geen volgeladen borden, maar mooi opgemaakte gerechten. En heerlijk! Niet voor niets zijn daar de meeste sterrenrestaurants. En wat is er lekkerder en smaakvoller dan hun stokbrood en een echte Franse croissant?

En Nederland? Nederland is een polderland, goed in het sluiten van compromissen, zodat iedereen z’n zin krijgt. Het beste voorbeeld daarvan is…..bittergarnituur!     

zaterdag 12 maart 2016

Toen, nu en straks


Toen ik 10 jaar oud was ging ik voor het eerst met mijn ouders naar het buitenland. Via België en Frankrijk reden we met de auto naar Zwitserland. Geweldig vond ik het! Er was zoveel te zien vanuit de auto. De rit kon mij niet lang genoeg duren. Of ik vanuit het zijraampje naar buiten keek of langs mijn ouders, door de voorruit, maakte allemaal niks uit: tot heel ver weg kon ik alles overzien, zoals het landschap dat bleef veranderen. En bij het passeren van de grens bij België, Frankrijk en Zwitserland veranderden ook de verkeersborden, de wegen en de huizen. Die zomer zag ik dat allemaal voor het eerst, net als heuvels en bergen.  

 Hoezo, een landschap dat steeds verandert?

Nu rijd ik nog steeds met evenveel plezier in de auto naar Italië. Gelukkig zit ik voorin en word ik niet belemmerd door die hoofdsteunen. Want die kids van tegenwoordig kunnen door die hoofdsteunen niet meer goed door de voorruit naar buiten kijken en het veranderende landschap zien. Natuurlijk kunnen ze nog wel door de zijraampjes kijken, maar dan stuiten ze op een muur, een hoge muur die het verkeerslawaai voor de omwonenden moet tegenhouden. Of ze zien helemaal niks omdat de auto door een tunnel rijdt. Hoezo, een landschap dat steeds verandert? Gelukkig bieden de hoofdsteunen uitkomst! Ze doen namelijk uitstekend dienst als beeldscherm voor de iPad. En dat is wat ik nu heel vaak zie als ik een auto passeer: kinderen op de achterbank, starend naar een beeldscherm.

Maar gelukkig blijft de auto-industrie zich verder ontwikkelen.

Straks rijden er immers zoveel elektrische auto’s dat die geluidswallen helemaal niet meer nodig zijn. In plaats van nieuwe muren te bouwen kunnen de bestaande gesloopt worden. Een heerlijk vooruitzicht, want de kinderen van nu kunnen straks genieten van het landschap zoals ik toen. 

 

dinsdag 2 februari 2016

Gluren bij de buren


Het houtwerk van mijn balkon was hoognodig aan een schilderbeurt toe; het begon te verrotten. En de klimop begon het huis te overwoekeren. Na een jaar van e-mails sturen naar de huisbaas, kwamen  ze eindelijk: de schilders!

Ik blij!
Helaas ging die blijheid snel over in ergernis.

Het begon er mee dat de schilders een dag eerder dan afgesproken wilden beginnen en zij onder meer de vlonders, de vuilnisbak en een tafeltje gingen verplaatsen. Iets wat ik zelf wilde doen de dag erna. “Oké houd je in”, sprak ik mezelf toe. “Zij moeten erbij kunnen. Het weekend begint straks en dan zijn ze weg en heb jij je rust”.

Ik heb er niks van gezegd, want dat vond ik te kinderachtig en ik wilde mij bovendien niet laten kennen.

Toen ze de maandag erna begonnen was het meteen raak! Het begon al vroeg in de ochtend toen ik in de keuken mijn ontbijt voorbereidde (gelukkig was ik wel aangekleed en opgemaakt); ik hoorde hun zware stappen op de steiger, met de radio luid aan. Ik heb er niks van gezegd, want dat vond ik te kinderachtig en ik wilde mij bovendien niet laten kennen. Vervolgens stapten ze op mijn balkon (waar de keukendeur op uit komt) en begonnen met het schilderwerk. Vanaf dat moment voelde ik mij enorm bekeken. Ik deed daarom zo snel mogelijk mijn ding om des te eerder naar mijn werk te kunnen gaan, dankbaar dat ik niet aan huis gebonden ben, zoals mijn benedenbuurman van 85 jaar.   

Toen ik die bewuste maandagavond weer thuis kwam was ik moe en had ik hoofd- en spierpijn. Binnengekomen zag ik wat ik niet wilde zien: de schilders waren in mijn huis geweest, waar ze niets hadden te zoeken. Daarnaast moesten de deuren en ramen naar het balkon open blijven, omdat de verf nog nat en plakkering was; uitgerekend toen het stormde en regende. Eén pluspunt: de klimop was verdwenen!

Daarna verhuisde de steiger naar mijn slaapkamerraam. Absoluut niet fijn! Gelukkig sta ik altijd vroeg op, maar dan nog: een slaapkamer vind ik erg privé.
 
Was dit alles? Nee! Tot overmaat van ramp kwamen er tegelijkertijd ook steigers aan de voorkant van het huis. Ik voelde me toen dubbel begluurd en vroeg mij direct af of het wel netjes was in huis. Dus ruimde ik alles op. Alsof het de schilders wat kon schelen….

En  toen gingen ze weer weg, de rust keerde terug, de ergernis verdween en ik voelde me weer vrij in mijn eigen huis.

Het buitenschilderwerk ziet er goed uit en kan weer vijf jaar mee.