vrijdag 29 mei 2015

Vriend of vijand?

Sommige mensen houden van de winter en anderen van de zomer. Ik behoor tot de laatste categorie. Niet meer naar buiten met een dikke jas aan; een  T-shirt met slechts een dun vestje volstaat. Niet meer binnen zitten bij de verwarming, maar buiten genieten op een zonnig terras.  En dan die zonnestralen, lekker warm op mijn armen en gezicht, waarbij ik het gevoel heb dat er weer volop vitamine-D word aangemaakt. Broodnodig na die lange winter.




HAAR GEZICHT WAS KNALROOD EN OPGEZWOLLEN EN HET LEEK WEL OF ER DUIZENDEN RIMPELS BIJ WAREN GEKOMEN.  
Vroeger lag ik uren in de zon te bakken en te braden, bij voorkeur aan het  zwembad in Italië. Aan rimpels of nare huidaandoeningen dacht ik niet; wel aan bruin worden.  Vaak lag ik zo lang in de zon dat ik verbrandde. Vond ik dat erg? Nee; na een nacht slapen was de pijn weer over.   
Tot op een kwade dag  een collega van mij na een zonnig weekend op kantoor kwam; zij had duidelijk te lang in de zon gelegen, want haar gezicht was knalrood en opgezwollen en het leek wel of er duizenden rimpels bij waren gekomen. Ik schrok ervan! De zon was een vijand geworden in plaats van een vriend. Maar het  was wel een goede waarschuwing, want dat wilde ik nooit!!! Natuurlijk trekt het rode gezicht weer bij, maar dat geldt niet voor rimpels; die verdwijnen niet na een nacht slapen, integendeel.   

Dus wat te doen?  Een kleurtje kweken en die rimpels op de koop toe nemen of uit de zon blijven en een mooi gaaf gezicht houden? Allebei voor mij geen optie; daarvoor vind ik de zonnestralen te lekker; bovendien is een licht gekleurde decolleté net wat leuker dan een bloemkool-witte huid.  

Gelukkig is er een keur aan crèmes en voor elk wat wils. Omdat ik  een dunne, rode huid heb en snel verbrand, heb ik een goede bescherming nodig. In Nederland kan ik volstaan met een crème met beschermingsfactor 20 tot 30, maar in Italië heb ik toch echt factor 50 nodig.  
In het zwembad  is een crème voor mij niet voldoende. Verbranden gaat immers snel met water in de  buurt. Om dit te voorkomen lig ik op de stretcher met een witte zakdoek op mijn gezicht, dat ook nog met factor 50 is ingesmeerd. Ik kan dan heerlijk in de zon liggen zonder dat mijn gezicht verbrandt of rimpelt. Het ziet er natuurlijk niet uit, maar dat stoort mij niet. Ik ben allang blij dat ik met deze geringe middelen  de potentiele vijand goed te vriend kan houden en nog lang kan blijven genieten van de zon.

 

 

woensdag 13 mei 2015

Dame Blanche


 

Ik ga vaak uit eten. Heel vaak zelfs. Ik houd van lekker eten, van de sfeer in een restaurant en ik kijk graag om me heen, naar de mensen, naar hun gevulde borden en wat er allemaal gebeurt.

 Kort geleden was ik met mijn vriend uit eten  in een groot en populair restaurant in Amsterdam; in een  restaurant waar ik heel vaak kom.  

 Dat jasje straalde eenvoud en een duur prijskaartje uit.

 In mijn blikveld zat een vrouw met een prachtig wollen ivoor kleurig jasje aan. Dat jasje straalde eenvoud en een duur prijskaartje uit. Deze vrouw zat te genieten van haar toetje: ijs met chocoladesaus, ofwel een Dame Blanche. Opeens viel er iets toen zij een hap nam. Ik schrok me rot: er zal toch geen chocoladesaus gemorst zijn op dat mooie witte jasje? Ik kon mijn blik er niet van af houden, ik moest wel blijven kijken! Ik zag haar ook schrikken; maar haar schrik verdween zo snel als het kwam: zij had gelukkig op haar servet gemorst en niet op haar jasje. Wat een opluchting!
 
Toen realiseerde ik me dat ik een witte broek aan had en dat mij dit ook kan overkomen. Dat werd die avond dus geen tomaten- of chocoladesaus, maar “wit” eten. Gelukkig is het aspergetijd!

 

 

 

 

vrijdag 1 mei 2015

Wie ben ik?

Een half jaar geleden ben ik begonnen met het schrijven van columns voor het online magazine  Paradijsvogels. Vandaag ben ik met mijn eigen blogpagina gestart.

Ik ben positief van aard, met een nuchtere kijk op het leven en met een grote interesse voor de gewone, dagelijkse dingen en gebeurtenissen om mij heen.

Ik ben dol op lekker (uit)eten en met vakantie ga ik het liefst naar Italië. Ik heb een fijne vriend, lieve vriendinnen en een roodharige kat, een vrouwtje van 12 jaar.
Verder ben ik dol op auto's, iets wat sommige mensen raar vinden voor een vrouw.
Mijn columns gaan voornamelijk over alledaagse vragen die mij bezighouden, waar ik tevens een antwoord op probeer te vinden.

Amsterdam, 1 mei 2015.

Nieuwe buren


Een tijd geleden vertrokken mijn bovenburen naar elders. Ik vond dat jammer, want ik had met hun goede, stilzwijgende afspraken, bijvoorbeeld de buitendeur op het nachtslot en geen lawaai in het trappenhuis. Met  het vertrek van deze buren zouden er natuurlijk nieuwe komen.  Ik kreeg direct de ergste visioenen van huilende baby’s, rennende kinderen, een gebarricadeerd trappenhuis, vuilniszakken op heb balkon (muizen!), kattenhaters, keiharde muziek en een openstaande buitendeur. 

DOOR DE AARDIGE KAART VAN MIJN NIEUWE BUREN WAS IK GERUSTGESTELD.  

De bovenverdieping bleef een behoorlijke tijd leeg, waardoor ik erg aan de rust begon te wennen. Heerlijk!  Maar op een “kwade” dag hoorde ik toch gerommel boven mij: de nieuwe buren! Met mijn rust was het gedaan.

Eén van de eerste dingen die deze nieuwe buren (een echtpaar) deden was een kaart onder mijn deur schuiven. Een heel aardige kaart! Ze schreven onder meer dat ze voor hun werk hier twee tot drie jaar komen wonen en dat ze hoopten mij geen overlast te hebben bezorgd met hun verhuizing. Ik was helemaal gerustgesteld en een beetje boos op mezelf; dat ik zo negatief over mijn nieuwe buren had gedacht. Al mijn angsten verdwenen als sneeuw voor de zon. Dit zou wel goed komen.

Toen zij weg waren heb ik een fles wijn bij hun deur gezet, met een welkomstkaart erbij. Aankloppen wilde ik niet, bang dat ik ongelegen zou komen. Want ja, de beleefdheid gebiedt dat ze mij binnen zouden moeten vragen en dat voelde ongemakkelijk.

Inmiddels heb ik beiden op de trap gesproken, maar we zijn (nog) niet bij elkaar op bezoek geweest. Misschien komt dat nog een keer. Mijn kat heeft ze ook al goedgekeurd, dus dat zit wel snor. Maar ja, over twee á drie jaar vertrekken ze en dan komen er weer nieuwe buren. Krijg ik ook dan de ergste visioenen over die nieuwe buren? Ik sluit het niet uit, maar dan valt de werkelijkheid vast weer mee, want een mens lijdt immers het meest door het lijden dat hij vreest.