zaterdag 27 juni 2015

Mijn eerste kleedgeld


Na maanden van zeuren was het eindelijk zover: ik kreeg voor het eerst kleedgeld. Opgetogen ging ik naar de stad. Mijn eerste aankoop was een heel mooi uitgebleekt, enigszins gescheurd tweedehands spijkerjasje. Prachtig vond ik hem! Met dit jasje hoorde ik er echt bij. Blij ging ik naar huis.


Waarom zoveel geld uitgeven aan iets wat kapot is en waarom er armoedig bijlopen als dat niet nodig is? 


Die blijdschap was echter van korte duur. Zodra mijn moeder mijn jasje zag werd ze heel boos en boos was ze zelden (hooguit teleurgesteld wat eigenlijk erger is): “Dat je zoiets hebt gekocht, met al die gaten erin! Armoedig! Ik wil niet dat je er zo bij loopt! Ik kan je helaas hierin niet vertrouwen dus krijg je geen kleedgeld meer!”. Oeps, dat was schrikken. Geen kleedgeld meer? Gelukkig ging de storm enigszins liggen, want dat kleedgeld behield ik.

Nu, 45 jaar  later las ik in een artikel over mode dat sommige volwassenen vol afgrijzen kijken naar broeken met scheuren en gaten erin, die door, vooral jongeren worden gedragen en dat ze net zo duur zijn als gave broeken. Ook ik kijk afkeurend naar die broeken; want waarom zoveel geld uitgeven aan iets wat kapot is en waarom er armoedig bijlopen als dat niet nodig is?  En dan denk ik weer aan mijn eerste aankoop, waar ook gaten in zaten. En de blijdschap die ik voelde. Ik zou het alleen nu niet mee kopen.

Dus wie weet of over 45 jaar de huidige jongeren vol afgrijzen kijken naar wat hun kinderen dragen: ook kapotte broeken of juist heel nette en tuttige kleren? Dat weet ik natuurlijk niet, maar dat maakt mode juist zo leuk: sommige trends verdwijnen voorgoed en andere komen weer terug. Je weet alleen niet welke, want dat bepalen de jongeren.   

vrijdag 12 juni 2015

Op kamers.

Kort geleden is de oudste dochter van een vriendin op kamers gaan wonen; een kamer van 3x7 meter (inclusief badkamer en kitchenette), in een wooncomplex voor studenten met voorzieningen als een dakterras, een feesttuin, een stiltetuin, een wasserette, een restaurant en een huisartsenpraktijk .
 
 
De eerste avond dat ik daar ging slapen kwam het besef dat mijn aangebroken rol koekjes de volgende dag niet op zou zijn, maar dat ik deze helemaal zelf kon opeten, in mijn tempo.

 
 
 
 
 
Toen ik dit hoorde moest ik meteen denken aan het moment dat ik op mezelf ging wonen. Ik kreeg een kamer van 3x4 meter, op 3-hoog achter in het centrum van Amsterdam. Ik deelde de keuken met mijn huisbaas, een man van 80 jaar die op 3-hoog vóór woonde. In die keuken moest ik mij ook wassen. Ik had geen wasmachine, geen TV en geen buitenruimte. Maar het was wel mijn domein!

De eerste avond dat ik daar ging slapen kwam het besef dat mijn aangebroken rol koekjes de volgende dag niet op zou zijn, maar dat ik deze helemaal zelf kon opeten, in mijn tempo. Ook was er niemand die tegen mij zei dat ik maar eens naar bed moest, of mijn kleren moest opruimen.

Tevens kwam het besef van het begin van een nieuw leven: studeren, nieuwe vrienden erbij, het ongewisse tegemoet; maar ook dat ik vanaf dat moment alles zelf moest regelen. Die avond voelde ik me vrij en heel gelukkig!
 
Nu zijn de eindexamens voorbij, de uitslagen zijn gister bekend gemaakt. Een van de gelukkigen is mijn nichtje: zij is geslaagd! Direct na de uitslag hees zij haar tas aan de vlaggenstok. Zou zij net zo opgelucht zijn als ik destijds was toen ik hoorde dat ik geslaagd was en dat fel begeerde papiertje eindelijk in mijn bezit kwam? Vast wel.

Op dit moment telt voor de geslaagde leerlingen alleen het feesten, om daarna misschien te reizen, te werken, of een jaar “niks” doen. Maar eens komt het moment dat ook zij op kamers gaan wonen en dan hoop ik dat zij het zelfde gevoel ervaren als ik destijds: het gevoel van vrijheid en geluk.