vrijdag 9 oktober 2015

Dat ene sigaretje


In juni 1993 ben ik gestopt met roken. Dit keer voorgoed! De wens om niet meer te roken kwam diep vanuit mijn tenen.
 
Tussen mijn veertiende en zestiende rookte ik stiekem; vanaf mijn zestiende officieel. Toen mocht het van thuis. Die ƒ 100,- die ik zou krijgen als ik voor mijn achttiende niet had gerookt boeide mij niet.

En zo’n lange filtersigaret vond ik zo mooi staan, zo elegant!

Ik wist al van kleins af aan dat ik zou roken. Als mijn vader een sigaret opstak (een Gitanes of een Gauloises) dan vond ik dat altijd heerlijk ruiken, vooral als hij die sigaret in de auto opstak. En bij vrouwen vond ik zo’n lange filtersigaret heel mooi staan, zo elegant!

 
De eerste sigaret was natuurlijk heel vies en ik werd er ook nog duizelig van. Maar ja, ik moest roken. En roken deed ik: elke dag, zelfs met keelontsteking, jaren lang. Tot ik er genoeg van kreeg, en mij realiseerde dat ik verslaafd was. Dat nicotinemonstertje bepaalde of ik een sigaret opstak, niet ik.

Maar ja, met stoppen had ik al ervaring opgedaan:  na een jaar wist ik nog hoeveel dagen ik niet had gerookt. Dat is niet vol te houden. Gelukkig hoorde ik van een praatgroep en dat heeft mij geholpen. Want het was mij wel duidelijk dat ik niet op eigen houtje kon stoppen. Na vijf sessies was ik zover; op woensdagavond doofde ik mijn laatste sigaret onder de kraan, de overige drie sigaretten verpulverde ik en toen was het over en uit! Vanaf dat moment was ik een niet-roker.

Het was niet makkelijk, om te stoppen. Als vergelijking dacht ik aan een relatie, of beter; een relatie die ik eindelijk, na twee jaar aanmodderen, had uitgemaakt, waarna mijn ex daarna steeds opbelde en vroeg of ik met hem uit eten wilde gaan. Mijn antwoord was steevast “nee”, omdat ik wist dat ik dan weer zou bezwijken voor zijn charmes en dat dat het begin van de ellende zou zijn. Die vergelijking hield me op de been om het niet-roken vol te houden.

En vannacht heb ik een sigaret gerookt. Ik was weer begonnen. Wat een ramp, dat wilde ik niet! Hoe kon ik dat doen? En vooral: hoe kom ik er weer van af?  Ik zag dat afkicktraject voor me en werd er niet vrolijk van.

En toen werd ik wakker! Met een bonkend hart. Gelukkig, het was een droom, die terugkerende droom, die angstdroom dat ik weer begonnen ben door dat ene sigaretje. Blij stond ik daarna op, omdat ik nog steeds een niet-roker ben!   

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten