In juni 1993 ben ik gestopt met roken. Dit keer voorgoed! De
wens om niet meer te roken kwam diep vanuit mijn tenen.
Tussen mijn veertiende en zestiende rookte ik stiekem; vanaf
mijn zestiende officieel. Toen mocht het van thuis. Die ƒ 100,- die ik zou krijgen als ik voor mijn achttiende niet had
gerookt boeide mij niet.
En zo’n lange filtersigaret vond ik zo mooi staan, zo elegant!
Ik wist al van kleins af aan dat ik zou roken. Als mijn
vader een sigaret opstak (een Gitanes of een Gauloises) dan vond ik dat altijd
heerlijk ruiken, vooral als hij die sigaret in de auto opstak. En bij vrouwen
vond ik zo’n lange filtersigaret heel mooi staan, zo elegant!
De eerste sigaret was natuurlijk heel vies en ik werd er ook
nog duizelig van. Maar ja, ik moest roken. En roken deed ik: elke dag, zelfs
met keelontsteking, jaren lang. Tot ik er genoeg van kreeg, en mij realiseerde
dat ik verslaafd was. Dat nicotinemonstertje bepaalde of ik een sigaret opstak,
niet ik.
Maar ja, met stoppen had ik al ervaring opgedaan: na een jaar wist ik nog hoeveel dagen ik niet
had gerookt. Dat is niet vol te houden. Gelukkig hoorde ik van een praatgroep
en dat heeft mij geholpen. Want het was mij wel duidelijk dat ik niet op eigen
houtje kon stoppen. Na vijf sessies was ik zover; op woensdagavond doofde ik
mijn laatste sigaret onder de kraan, de overige drie sigaretten verpulverde ik
en toen was het over en uit! Vanaf dat moment was ik een niet-roker.
Het was niet makkelijk, om te stoppen. Als vergelijking
dacht ik aan een relatie, of beter; een relatie die ik eindelijk, na twee jaar
aanmodderen, had uitgemaakt, waarna mijn ex daarna steeds opbelde en vroeg of
ik met hem uit eten wilde gaan. Mijn antwoord was steevast “nee”, omdat ik wist
dat ik dan weer zou bezwijken voor zijn charmes en dat dat het begin van de
ellende zou zijn. Die vergelijking hield me op de been om het niet-roken vol te
houden.
En vannacht heb ik een sigaret gerookt. Ik was weer
begonnen. Wat een ramp, dat wilde ik niet! Hoe kon ik dat doen? En vooral: hoe
kom ik er weer van af? Ik zag dat
afkicktraject voor me en werd er niet vrolijk van.
En toen werd ik wakker! Met een bonkend hart. Gelukkig, het
was een droom, die terugkerende droom, die angstdroom dat ik weer begonnen ben
door dat ene sigaretje. Blij stond ik daarna op, omdat ik nog steeds een
niet-roker ben!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten